Recensie 'Van zilveren sporen' door Tjerk de Reus - Uitgeverij Van Warven
Close

Recensie ‘Van zilveren sporen’ door Tjerk de Reus

Bijbellezen ‘met oor naar de synagoge’, dat is wat emeritus-predikant Bart Gijsbertsen (1951) graag doet. Zijn boek Luisteren bij maanlicht (2019) gaf hij dan ook déze ondertitel: ‘Een gang door het kerkelijke jaar met een oor naar de synagoge’. Dit boek staat niet op zichzelf. Het vormt het ‘rechterpaneel’ van een drieluik ofwel: een trilogie. 

Dit drieluik begon in 2015 met het boek Een heidense uitdaging, over ‘leven met de God van Israël’. Dit vormt het linkerpaneel. En het middenpaneel van het drieluik is nu ook beschikbaar: Van zilveren sporen, het derde boek. De opvallende ondertitel hier luidt: ‘Een gang door het synagogale jaar met een oor naar de kerk’. 

‘De Bijbel komt van A tot Z uit Joodse bron’, valt in de inleiding van Van zilveren sporen te lezen. Maar helaas geldt: ‘Toch vind je in christelijke dogmatiek, apostolicum, catechese en exegese daar naar verhouding weinig sporen van.’ Dit zou wat Gijsbertsen betreft anders moeten. 

Zijn drie boeken, die deels stammen uit de ‘Leerdiensten Torah en Evangelie’ in Kampen, wijzen een route aan. Kenmerkend hier is de aandacht voor het Hebreeuws en voor de uitleg van Joodse exegeten. Dat is dus iets ánders dan wat veel christenen die van Israël houden, voor ogen staat. Gijsbertsen merkt op: ‘Wél zie ik dat veel christenen zich bezighouden met de toekomst van Israël, en wat zij de “bekering” van Israël noemen. Maar over hun eigen geloof en christelijke theologie lijken ze weinig vragen te hebben.’ 

Het wordt natuurlijk spannend als je vraagt: wat gaat er dan schuiven in de theologie, als we aandachtiger luisteren naar Joodse uitleggers? Daarop vind je bij Gijsbertsen niet eentweedrie een antwoord. Hij propageert geen complete ommezwaai in de theologie, zo krijg je de indruk. Wel wil hij nadrukkelijk de woorden van de Bijbel spellen, beluisteren en als nieuw tot zich nemen, geïnspireerd door wijsheden uit de Joodse uitlegtraditie. Daarbij is overigens wel duidelijk dat ‘de’ Joodse uitleg niet bestaat. Joodse rabbinale exegese is eerder een koor van stemmen door de eeuwen heen, soms zelfs een kakafonie, dat in een voortgaande discussie de Bijbel bespreekt, uitlegt en bevraagt. 

Een duidelijke structuur is wel in het boek van Gijsbertsen te vinden: hij volgt het Joodse leesrooster waarin de thora gedurende een jaar wordt doorgenomen. Elke week is er een nieuw gedeelte – een parasja – die gelezen en bestudeerd wordt. Daarvan bespreekt Gijsbertsen er vijfentwintig. 

Een duidelijke focus in dit meditatieve werk van Gijsbertsen betreft de concreetheid van het hier-en-nu. 

Hij zet zijn kaarten niet op een heerlijk hiernamaals, maar hij leert van de Joodse uitleggers – en natuurlijk van de Bijbelse profeten – dat het om déze wereld gaat. Gerechtigheid duidt op redding voor concrete mensen in hun tastbare problemen. 

En God gaat zijn weg met mensen door de geschiedenis heen. Die geschiedenis heeft dus ‘zin’, zij opent een toekomst, en is niet slechts een ‘voorfase’. Daarbij is de Bijbelse blik heel breed, benadrukt Gijsbertsen: het gaat in de He- breeuwse Bijbel om de héle mensheid. Israël is geen doel op zich, maar inspiratiebron voor de volkeren, om in recht en gerechtigheid te leren leven. 

Naast deze blik op universele gerechtigheid en op concreet dienstbetoon, valt bij Gijsbertsen steeds ook een eigensoortige vreugde op: over wie JHWH is voor de behoeftige, beperkte en soms wanhopige mens. Wij mensen mogen ‘leunen op dit Lam Gods’, valt ergens in dit boek te lezen. Dat raakt de veertig-dagentijd. Het gaat dan over de offerdienst, die Gijsbertsen vanuit Leviticus aan de orde stelt. Een offer is geen poging God minder boos te maken of vriendelijk te stemmen, lezen we hier. Dat zou heidens zijn. Een offer is juist een daad van toewijding of van ‘nadering’. Het is dus iets wat plaatsvindt in de liefdevolle verhouding tussen God en mens. 

Jezus staat in onze plaats, legt Gijsbertsen uit, omdat hij het leven van toewijding leefde waarin wij maar niet slagen. Plaatsvervanging dus: ‘Wij brengen ons gewicht op Hem over.’ En van daaruit ontvouwt zich ‘een leven in heiliging’, met ‘een hart voor alle mensen’.

Dit is wat je noemt ‘een leven vanuit het hart van de Torah’, aldus Gijsbertsen. 

Overige recensies (teksten bij uitgever en/of auteur opvraagbaar):

Reformatorisch Dagblad 8 februari 2020 door Klaas van der Zwaag

Predikant en Samenleving november 2020 door Jan Gerrit Zomer

Volzin maart 2019 door Kayleigh Kingma

Werkgroep vanuit Jeruzalem door G.A.van der Spek-Begemann