© 2021 Uitgeverij van Warven
Het ontstaan van totalitaire regeringsvormen rond de Tweede Wereldoorlog (1939-1945), zoals die in Duitsland (fascisme) onder leiding van Adolf Hitler en in Rusland (communisme) onder leiding van Stalin, kan zich dat tegenwoordig herhalen? Zijn daarvoor voldoende noodzakelijke voorwaarden aanwezig? En gebeurt dat op dit moment alweer in sommige landen op de wereld? Op welke manier kunnen wij er aan bijdragen dat de geschiedenis wat betreft die twee totalitaire regeringsvormen van fascisme en communisme zich niet herhaalt?
Op die kwesties trachten Petra Bolhuis, Theo Meereboer en Gradus van Florestein een antwoord te vinden in het boek Rattenvangers van het onbehagen, dat zojuist bij Uitgeverij Van Warven te Kampen, die boeken op het gebied van religie en zingeving uitgeeft, verschenen is. Bolhuis en Meereboer zijn allebei filosofen, Van Florestein een voormalig psychiater en psychotherapeut. In hun boek gaan de drie auteurs in op de verschijnselen, de voedingsbodem, de herhaling en het voorkomen van totalitarisme.
Bolhuis, Meereboer en Van Florestein gaan daarvoor te rade bij de Duits-Amerikaanse Joodse filosofe en politieke denker Hannah Arendt (1906-1975), die uit Duitsland vluchtte vanwege het nationaal-socialisme en de Jodenvervolging. In haar diepgravende studie The Origins of Totalitarianism uit 1951 analyseert Arendt de historische achtergronden van de totalitaire staat. Aan de orde komen onder andere de vrijheid van het individu, de concentratiekampen, propaganda en geweld, de verdwijning van het verschil tussen feit en fictie, en het maken van de leugen tot waarheid. In een totalitaire samenleving gaat het er niet om dat de massa doet wat de leider denkt, maar dat de massa denkt zoals de leider denkt. En wie niet denkt zoals de leider is een vijand van de staat. Die mag vernederd, opgesloten, vernietigd en uitgemoord worden. Hitler liet zich leiden door de ideologie van het sociaal-darwinisme en streefde naar een superieur zuiver Arisch ras. Stalin hing het historisch-materialisme aan, volgens welke de geschiedenis zich als vanzelf ontwikkelt richting de communistische heilsstaat. Tegenstanders werden in Siberische strafkampen opgesloten of direct uit de weg geruimd. “In tegenstelling tot een totalitaire beweging, is een totale heerschappij alleen mogelijk in landen met een grote massa overbodigen, die gemist kunnen worden zonder dat het tot een desastreuze ontvolking leidt”, voegde Hannah Arendt er aan toe.
De totalitaire systemen van fascisme (1933-1945) en communisme (1929-1953) zijn uniek in de geschiedenis. Ze waren nog niet eerder voorgekomen. Maar het gevaar van het totalitarisme is de wereld nog niet uit. Globalisering en automatisering dragen bij aan de ellende en de armoede van burgers. “Vanuit de onvrede en de haat die hieruit voort kunnen vloeien wordt een voedingsbodem geschapen die het risico vergroot dat de burger opgaat in een verleidelijke politieke beweging die met leugens, onkunde en nepnieuws een betere economische situatie belooft”, schrijven Bolhuis, Meereboer en Van Florestein. “Vanuit hun wanhoop en uitzichtloosheid kunnen burgers mogelijk zelfs hun ziel uitleveren aan die politieke bewegingen die van hen een offer vragen opdat hun economische situatie in de verre toekomst zal verbeteren, of opdat het heil van hun ziel in het hiernamaals is gewaarborgd”. In het westen zijn de noodzakelijke voorwaarden voor het totalitarisme echter niet voldoende aanwezig. Ook al ondermijnen uitspraken van populistische politici als Thierry Baudet van Forum voor Democratie en Geert Wilders van de Partij voor de Vrijheid de democratie. Wel wijzen de drie auteurs indringend op het gevaar van islamitische terreurbewegingen en de totalitaire regimes in China, waar Oeigoeren (moslims) naar strafkampen worden verbannen, en in Myanmar, waar de boeddhistische meerderheid de islamitische minderheid van de Rohingya’s uitmoordt.
Of individuen een steentje kunnen bijdragen aan het voorkomen van totalitarisme? Daar zijn de twee filosofen en de voormalige psychiater en psychotherapeut ten stelligste van overtuigd. Zo kunnen burgers zich aansluiten bij een wereldwijd platform dat ijvert voor de bestrijding van nepnieuws, voor het behoud van de democratie, voor het milieu en voor een rechtvaardige samenleving. Voor het eigen oordeel is het individu tegenwoordig echter volledig op zichzelf teruggeworpen. “We kunnen dan gemakkelijk ten prooi vallen aan het gevoel dat het er allemaal niet toe doet en dat we als enkeling niets bijdragen aan de gebeurtenissen. Hierbij moeten we gaan vertrouwen op de medemensen van ‘goede wille’. Onze zoektocht naar het goede staat niet geïsoleerd in de wereld; veel mensen zoeken naar het goede, ieder op zijn of haar eigen manier.” En daar hoort ook kritiek bij. “Kritiek hebben op elkaar is ook te zien als een manier om elkaar te helpen bewust te worden van ons denken en handelen. En misschien is het monddood maken van kritiek wel een noodzakelijke voorwaarde voor het ontstaan van een totalitair systeem.”