God is een DJ Marinus van der Star- Uitgeverij Van Warven
Close

God is een DJ

5/5

verhalen en reflecties uit een tbs kliniek

15,00

Marius van der Sar schrijft in dit boek over het leven en werken in een tbs-kliniek waarbij hij de lezer meeneemt in de twee vragen die God in het hart van de mens heeft gelegd: ‘Waar ben je? Waar is je broeder?’ Door zijn werk nodigt hij mensen uit om te leven, in de kracht van de geest, om mens te zijn. God is een DJ, waarbij Hij bij ieder mens de goede toon weet te vinden.

 

God is een DJ is een inkijkje in het geestelijk werk in een tbs-kliniek en brengt de lezer inzicht in het belang van het zijn met, met het omgaan met onze medemens: een klein gebaar, een lied, een woord waardoor ogen stralen, waardoor water wijn wordt.

 

Wij gaan in op Uw aanbod
Wij gaan mee in Uw spoor
Wij gaan verder in Liefde
Gij voedt ons met Uw brood

Over de auteur(s)

Recensies

De vierde dag
In de scheppingsorde zoals beschreven in Genesis schept God van de eerste tot en met de derde dag het uitspansel, water en land, planten en bomen. De vijfde en zesde dag worden alle levende wezens geschapen inclusief de mens en zijn partner. En op de zevende dag rustte God en zag dat het goed was. In dit overzicht ontbreekt nog de vierde dag. Dit is met reden, ik licht hem er speciaal uit als scharnierpunt.
De Belgische priester Karlo Tyberghien betoogt dat de vierde dag de geboorte is van de liturgie: “God sprak: Er moeten lichten zijn aan het hemelgewelf die de dag van de nacht zullen scheiden: de zon, de maan en de sterren. Zij moeten als tekens dienen zowel voor de feesten als voor de dagen en de jaren en tevens lampen zijn aan het hemelgewelf om de aarde te verlichten, dag en nacht”.
God heeft de tijd geordend door tekens: hemellichamen, die het dag- en nachtritme bepalen. Zo is ook de liturgie een stelsel van handelingen en tekens, dat ons geloof ritme geeft. Ik schrijf deze woorden als opmaat voor mijn bespreking van ‘God is een DJ’, het jongste boek van Marius van der Sar, protestants geestelijk verzorger in Tbs-kliniek de Kijvelanden in Poortugaal.
Liturgische dagen Van der Sar neemt ons mee van Kerstmis naar Aswoensdag en van Pasen, via Hemelvaart, naar Pinksteren. In zijn kerstviering klinken de woorden van, de op dat moment pas overleden, Jules Deelder: ‘wat nergens op lijkt is echt’. De tekst, die te lezen is op de deur van de kliniekbibliotheek, inspireert deze dominee in zijn overweging: “We vieren de geboorte van een koning die ter wereld komt, niet in een paleis maar in een stal, geen koning in een vorstelijke wieg maar in een kribbe. Lijkt nergens op? Zo komt God onder ons: echter dan echt”. De eerste vraag verstaat de auteur als een uitnodiging aan ieder mens om tevoorschijn te komen. In het tweede citaat klinkt de roep van Godswege om behoedzaam om te gaan met de mens die op je weg komt. De weg die Jezus gaat naar Goede Vrijdag is de weg van die twee vragen. Jezus trouw aan de Thora, aan mensen tevoorschijn roepen, aan niemand buitensluiten, loopt uit op zijn kruisiging. Van der Sar vermoedt dat Jezus van Nazareth vandaag opnieuw gekruisigd zou worden. ‘Waarom? De kans is groot dat hij op bezoek zou gaan bij Michaël P., de man die Anne Faber om het leven heeft gebracht. Om hem te laten merken: ik zie jou en ik blijf jou zien als mens. En om hem zo uit te nodigen tevoorschijn te komen, en zichzelf te laten zien als mens en verantwoordelijkheid te nemen voor begane daden. Ik denk dat dat niet gepikt zou worden: weg met zo iemand!’ Van der Sar componeert ook bij de overige kerkelijke jaargetijden als een ‘Vivaldi van het woord’ prachtige beschrijvingen en inspirerende liedteksten, die er om vragen ook in andere inrichtingen het jaar rond te klinken. Ordening van de liturgie Naast mijn waardering voor de beschrijving van feestelijke dagen is er nog iets dat mijn aandacht trekt. Ik kan het niet meteen benoemen en heb er al lezende een tijdje over gedaan om hier een antwoord op te vinden, maar opeens weet ik het: het is de wijze waarop van der Sar zijn eigen dagelijkse werk en het dagritme van de ingeslotene ordent via de liturgie. Dat begint praktisch, of zoals hij schrijft: ‘voor elke kerkdienst maken we een liturgie met daarin liederen die we zingen, het Bijbelgedeelte dat we die zondag lezen, gebeden, woorden rond brood en beker, tekst van gedicht en zegen, illustraties’. Dit zijn de scharniermomenten waarover Genesis schrijft, het kalibreren van onze horloges op Gods tijd. Ook voor mijzelf als dominee in PI Veenhuizen begint deze liturgie al bij de voorbereiding, maar ik sta er pas bij stil als van der Sar dit als volgt zo treffend onder woorden brengt: ‘de kerkdienst in het stiltecentrum begint om kwart voor twaalf Op zondag ben ik rond half elf in de kliniek en kruip achter de PC… . Even mails en kliniekjournaals doornemen. Daarna ga ik naar het stiltecentrum, zet muziek op, leg liturgieën op de stoelen, vul de schaal met brood en de beker met druivensap, geef de bloemen nog wat water die na de kerkdienst naar één van de afdelingen gaan, zet koffie en thee’.
Een terechte vraag, want ook bij van der Sar is de liturgie in de kliniek aan kloktijden gebonden, ‘op donderdagavond is er in het stiltecentrum van de tbs-kliniek van zeven tot acht een gespreksgroep’. De manier echter waarop van der Sar deze avonden invult geeft binnen deze begrenzing tijd en ruimte, adem en spontaniteit. Ik citeerde Karlo Tyberghien en zijn les dat de lichten aan het hemelgewelf zowel de feesten markeren als de dagen erop volgend. Het titelverhaal van dit boek, ‘God is een DJ’ geeft mooi weer hoe de auteur na de feestelijke zondagse eredienst openstaat voor ontmoetingen met mensen onderweg. GOD IS EEN DJ Op een morgen spreekt Sjon me aan. ‘Wint Hij het?’, vraagt Sjon. Ik ben even in verwarring. ‘Hoe bedoel je?’, vraag ik. ‘Nou God, wint God het?’ ‘Goede vraag, Sjon.’ We praten over zijn angst, de angst dat het niet meer goed komt in zijn leven. We praten over zijn verlangen naar een normaal leven buiten, zijn verlangen dat niet de kwade krachten het winnen maar God. We praten over de stappen die hij zélf moet zetten en Sjon begint te zuchten. Beseffend dat de weg die hij te gaan heeft, lang en lastig is. Aan het eind van ons gesprek komt er een lach op zijn gezicht en hij zegt: ‘God is een DJ’. Weer zo’n zinnetje dat ik niet direct snap. Sjon legt uit: God kent mijn stemmingen en weet dan de goede toon te vinden. De weg van Sjon is lang en lastig, maar aan het einde van het gesprek voelt hij ook een nieuw begin. Zo functioneert ook de liturgie in de kliniek: “Als een gedetineerde een tekst uit een oude dienst meeneemt, dat hij heel mooi vindt maar dat als lied al lang niet meer is gezongen, wordt dit spontaan ingezet. De gedetineerde zingt, lacht en swingt en zegt, wat buiten adem, ‘volgende week weer!” En dat is ook mijn gedachte als ik dit prachtige boekje uit heb, ‘volgende week weer!’

recensie door Theunis Veenstra

Extra informatie

Auteur

Bindwijze

Paperback

Illustraties

Illustraties in zwart-wit

ISBN

978-94-93175-54-9