God is in een mesthoop

God is in een mesthoop

Jezus ontpopt zich in dit boek als verrassend waardevol, ook – en misschien vooral – voor mensen die zich als atheïst profileren. Dat constateren de schrijvers in hun onderzoek naar de denkbeelden, competenties en gebreken van de menselijke soort, waarbij zij met name de christelijke Bijbel ontvlechten, analyseren en wegen.

Voor een paar miljard mensen is het joods-christelijk-islamitisch gedachtegoed, met de joodse Thora, de christelijke Bijbel of de islamitische Koran – de drie zijn nauw verwant – een belangrijke leidraad. Anderen erkennen dat er in deze heilige boeken waardevolle dingen staan, maar wijzen religie af, mede vanwege de verschrikkelijke dingen die met een beroep op deze boeken zijn gedaan: de afwijzing en vervolging van andersdenkenden, zowel op persoonlijke schaal als in de vorm van genocide, de inquisitie en kruistochten.

De schrijvers van dit boek gooien de helft van de Bijbel overboord.

Maar welke helft? Dat zal blijken. En passant wordt antwoord gegeven op de vraag of er een God (of Jahweh, of Allah) bestaat. Da’s straks een makkie. Die vraag is secundair, net als de vragen over de zin van het leven en de kwestie van een mogelijk leven na de dood.