© 2021 Uitgeverij van Warven
Wouter Berns werd in 1970 geboren in Zevenaar. In zijn jeugd koesterde hij de ambitie om profvoetballer te worden, maar een zware knieblessure zette dat vooruitzicht in de weg. Hij verlegde zijn ambities naar zijn andere passie: kunst. Hij verkende het onderwerp, te beginnen met de boekenplanken thuis, gevolgd door uitstapjes naar de boekhandel in Arnhem, waar hij boeken kocht over de Franse kunstenaar Maurice Utrillo (1883-1955), de Amerikaanse realist Edward Hopper (1882-1967) en de Nederlandse magisch realist Pyke Koch (1901-91), die hem allemaal inspireerden. Hij leerde van Jheronimus Bosch (1450-1516) en verwonderde zich over de surrealisten Salvador Dalí (1904-89) en René Magritte (1898-1967). Toen hij 17 was schilderde Berns in olieverf op de hardboardbodems van fruitkratten. Hij deed er gewoon een primer jas op en hij was vertrokken. Zoals hij destijds zei: “Ik wil dingen schilderen die niet kunnen, maar op een manier waardoor het lijkt alsof ze dat wel zouden kunnen zijn. “
Dit zou de filosofie worden achter bijna al zijn latere werk.
In 1988 ging hij naar de kunstacademie in Kampen, waar hij beeldende kunst studeerde. In 1991, toen hij nog op de school zat, kreeg Berns een uitzonderlijke opdracht voor elke jonge kunstenaar die de klassieken hoog in het vaandel heeft staan: een altaarstuk voor het hoofdaltaar van de Sint-Martinuskerk in Oud-Zevenaar, die De Sint Maarten voorstelt, die zijn mantel in tweeën sneed en de helft aan een bedelaar gaf.
In 1995 gaf hij een opmerkelijke smaak van zijn technische vaardigheid en gevoel voor humor in een kunstproject op het historische Suikerbergbastion in Zwolle. Berns geschilderde “De Sukerbulte”, een vervalst 16e-eeuws beeld compleet met een krankzinnig oppervlak en diepe scheuren. Het werk werd opgehangen in het Provinciaal Overijssel Museum te Zwolle, met een etiket dat een “waarschijnlijke datering” van 1544-70 op deze foto “van een onbekende kunstenaar” gaf. Na enkele weken onthulde de krant dat een zekere Wouter Berns de kunstenaar was, en nu werd duidelijk dat het schilderij toch geen 16e eeuws meesterwerk was. De onderdompeling in techniek die “De Sukerbulte” vereiste, was van groot belang voor Berns’ stijl, die sindsdien in alle opzichten verfijnder en gedetailleerder is geworden. Het Kampen Stedelijk Museum organiseerde in 2004 de eerste grote eenmansmuseumtentoonstelling van Berns en conservator René van Mierlo schreef:
“Berns is een hedendaagse kunstenaar met de technische methode van de Oude Meesters.”
Berns vindt het materiaal voor zijn werk in zijn eigen levenservaringen. Om zijn visie te verbreden reist hij naar bijvoorbeeld Nieuw-Zeeland, Hongarije, Canada, Cuba of Mexico. Om ontspanning en balans in zijn leven te bieden, verhuisde hij in 2008 naar een tweede studio retraite in Puilly, een dorp in de Franse Ardennen. Zoals elke volgende stap in zijn leven, verscheen deze geleidelijke internationale invloed in het onderwerp van zijn schilderijen. Dankzij zijn klassieke techniek, die niet iedereen kan uitvoeren maar waarvan iedereen het wel kan begrijpen, kan de kijker de inhoud van een foto met weinig moeite waarderen.
Berns krijgt verhalen van overal – variërend van toevallige ontmoetingen, de religies van de wereld, literatuur, Griekse mythologie, muziek en film tot de dagelijkse realiteit en de wereld om hem heen. Zijn nieuwsgierigheid naar mensen, wat hen motiveert en hoe ze zich verhouden tot de wereld en elkaar – het komt allemaal naar voren in zijn werk, of het nu een eigen werk is of een schilderij in opdracht.
Het toepassen van humor en ironie op een schilderij kan echter zeer gevaarlijk zijn, en in een mum van tijd kan hetcoars worden. Het introduceren van een kwinkslag om je publiek tijdelijk te verontrusten, is meer dan een trucje uithalen. Het is de kunst van het communiceren. Schilderen is Berns’ medium ervoor, en hij beheerst het perfect.
Als je goed kijkt, zie je dat de grappen er niet alleen voor hun eigen bestwil zijn. Berns’ artistieke ontwikkeling heeft ertoe geleid dat hij door steeds minder te gebruiken steeds meer weet te zeggen. Misschien komt het omdat hij letterlijk en figuurlijk steeds verder reist, misschien is het het effect van ouder worden, of van recent overwonnen tegenslagen in zijn leven en in dat van zijn vrouwen muze Marieken Westerink. Haar aanwezigheid in Wouters leven is een constante inspiratie; ze figureert in veel van zijn werken. Juist hier is berns’ werk de laatste jaren een ommekeer ingeslagen. Hij gaat steeds meer om met zijn eigen emoties, want het leven heeft hem geraakt.
Dit is je kans om een kijkje te nemen. Een advies: neem langer de tijd om naar de foto’s te kijken.
Zie meer dan de titel, het thema, het bericht en de vaardigheid. En dan nog eens kijken.
Doe die moeite en je maakt kennis met de kunstenaar door het kunstenaarschap.
Het moment waarop je beseft wat een echte Berns inhoudt, is het moment dat je Wouter ontmoet.