Theologie van de bevrijding

De steen lijdt
want allen spreken van zijn hardheid …
En intussen
zocht je een steen
waarop je hoofd kon rusten,
want je wist en je weet
dat het de hoop is van stenen
te dienen ..al dienende,
worden ze zacht als wolken
Het gedicht is van de Braziliaanse aartsbisschop Dom Helder Camara. HIj was aartsbisschop van Olinda en Recif e. Hij werd tweemaal voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede. Hij kreeg de Martin Luther King-prijs voor zijn werkzaamheden. Ik vond de prachtige woorden in een boekje met een even mooie titel: ‘Hopen tegen alle verwachtingen in. ‘ Teksten, gedachten over hoop, over vrede, over toe komst. Tegen alle verwachtingen in, want wie verwacht nu echt dat stenen door te dienen zo zacht worden als wolken.
Goddelijke gave
Hoop op een vredige wereld , een plaats waar mensen rustig hun hoofd neer kunnen leggen. Vrede, vrede met jezelf , vrede met de mensen om je heen, vrede met God , vrede met je eigen bestaan, maar ook vrede tussen mensen, vrede tussen landen en volken. Camara heef t de gedachten in zijn werk opgedragen aan mensen, die de hoop allang hebben opgegeven, maar ook aan hen, die standvastig blijven hopen tegen alle verwachtingen in, tegen alle hoop in. Mensen die overal de goddelijke gave van de hoop uitdelen. Camara heeft zijn gedachten opgedragen aan mensen, die geen plaats hebben om hun hoofd ergens veilig te ruste te leggen, die geen dak boven hun hoofd hebben, die geen poot hebben om op te staan, mensen die dagelijks geconfronteerd worden met oorlog en geweld , vernedering en onderdrukking , mensen die hun geloof hebben verloren. Camara sprak zijn woorden vanuit de situatie van mensen in Latijns-Amerika. Onderdrukking en uitbuiting aan de orde van de dag. Dom Helder Camara droeg zijn woorden op aan die mensen die blijven hopen, tegen alle verwachtingen in, zoals hij het elders uitdrukte:
Vader!
Uw geest
heeft met de stem van Paulus gezegd ,
dat de hele aarde en ook wij
uw kinderendie op de verlossing wachten
als in barensweeën steunen.
Dat is gemakkelijk
te begrijpen en te aanvaarden, Heer
Er zijn passagesdie zo moeilijk zijn, er zijn uren,
die zo beklemmend zijn,
dat het juist is,
te spreken van de verlossing!
Er gaat iets geboren worden …
wie weet?
-een wereld waarin men vrij ademen kan, r
rechtvaardiger , menselijker
Kloof
Maar heel treffend hebben de Amerikaanse zwarte mensen dat jaren geleden uitgedrukt in een van hun onovertroffen negro spirituals.
de vossen hebben holen in de aarde
de vogels hebben nesten in de lucht
en alles heef t een plaats om te schuilen
maar wij, wij arme zondaars hebben er geen.
Deze woorden kenmerken de situatie van honderdduizenden mensen op aarde. Niet alleen meer in de Derde Wereld , maar ook in delen van wat we de eerste wereld noemen. Wat zich elders op de wereld af tekent , dat de kloof tussen armen en rijk steeds groter wordt, begint zich ook in ons deel van de wereld te manifesteren. Het lijkt erop alsof onze wereld van de loosheid in elkaar hangt , mensen zijn werkloos, baanloos, betaalde baanloos, thuisloos en liefdeloos. Steeds meer mensen ervaren het leven als zinloos. En wat blijft er dan over van zinvolle religie en spiritualiteit.
Wordingsproces
“Wie de toestand van de arme landen in termen van overheersing en onderdrukking karakteriseert, gaat gewoonlijk spreken van een economische, sociale, politieke bevrijding. Maar daarnaast is er nog een veel wijdere, diepere visie op het menselijk bestaan en op het historisch wordingsproces daarvan.” Deze woorden schrijft Gustavo Guttierrez in het boek ‘Theologie van de bevrijding’.[i] Dit boek werd geprezen en verguisd. Geprezen door de denkers die de zaak van de armen op de agenda van spirituele denkers wilden hebben. Verguisd door de het kerkelijke en universitaire establishment. De Rooms-katholieke kerk deed diverse theologen waaronder Leonardo Boff, Jean Luis Segundo en Gustavo Guttierez in een spirituele ban.
Zelfverwerkelijking
Een van de eerste daden van de huidige Paus, Paus Francisus, was een gesprek aangaan met Gustavo Guttierez. Het gaat te ver om deze paus een aanhanger van de theologie der bevrijding te noemen, maar hij is er zeker door beïnvloed. En datzelfde durf ik met droge ogen ook van Nelson Mandela en zelfs Barak Obama te zeggen. Obama heeft zich als kerkelijk werker zeker in de zwarte theologie verdiept. Maar laten we eens kijken wat Gutierrez in 1974 schreef over bevrijding? “Een geweldig verlangen naar bevrijding bezielt heden ten dage de menselijke geschiedenis. Bevrijding van al datgene, wat ’s mensen zelfverwerkelijking beperkt of belet, van alles wat de toegang tot of de gebruikmaking van zijn vrijheid belemmert. Een goed bewijs daarvan vindt men in de ontdekking van nieuwe subtiele vormen van onderdrukking in hoog geïndustrialiseerde maatschappijen, die zich dikwijls aandienen als model voor de thans nog onderontwikkelde volken.”
Don Quichotte
“In zulke maatschappijen komt subversiviteit niet op als een protest tegen de armoede,” zo betoogt Guttierez, ‘doch veeleer tegen de rijkdom. Deze feiten staan in een heel ander verband dan in de arme landen; men zal zich moeten hoeden voor iedere vorm van naäperij, evenals voor nieuwe vormen van een – ditmaal revolutionair – imperialisme der rijke landen, die zich als de spil van de geschiedenis der mensheid beschouwen. Dat zou de revolutionaire groepen van de Derde Wereld alleen maar tot een nieuwe zinsbegoocheling ten aanzien van hun eigen werkelijkheid brengen, zodat ze als Don Quichotte tegen windmolens zouden strijden.
Autenthiek
Wat in het geding is,” zo vatte Guttierrez destijds de kern van het probleem samen, ‘’zowel in het Zuiden als in het Noorden, zowel in het Westen als in het Oosten, aan de periferie zowel als in het centrum is de mogelijkheid om een authentiek menselijk bestaan te leiden; een vrij leven, in een vrijheid die tegelijk een proces en een historische verworvenheid is. Van dit proces en van deze verworvenheid wordt men zich vandaag steeds scherper bewust, hoewel de wortels er van tot diep in het verleden reiken. Het bovenstaande samenvattend kunnen wij in de term bevrijding drie betekenisniveaus onderscheiden, die elkaar wederkerig doordringen. Drie benaderingen van het aldus gekwalificeerde proces.”
Conflict
En daar begint Gutiierrez met zijn betoog over bevrijding: “Bevrijding drukt in de eerste plaats het verlangen van verdrukte volken, klassen en sociale sectoren uit en onderstreept het conflictieve aspect van het economisch, sociaal en politiek proces, dat hen tegenover welvarende volken en machtsgroepen stelt. In dat verband schijnt de term ontwikkeling en vooral de zogenaamde ontwikkelingspolitiek enigszins aseptisch, alsof zij een tragische, conflictieve werkelijkheid vervalsen. In wezen hoort de vraag van de ontwikkeling veel meer thuis in het wijdere, diepere en radicalere perspectief van de bevrijding; alleen in dat kader krijgt ontwikkeling haar eigentijdse betekenis en vindt zij mogelijkheden, zich te concretiseren.”
Lot
Tot zover punt een. Dan vervolgt hij met het tweede kenmerk: “Wil men dieper graven en verstaat men de geschiedenis als het proces van de bevrijding van de mens, waarin deze bewust zijn eigen lot in handen neemt, dan stelt men daarmee de gewenste sociale veranderingen in een dynamische context en verbreedt hun horizon. De geleidelijke verovering van een werkelijke, scheppende vrijheid leidt tot een permanente culturele revolutie, tot de schepping van een nieuwe mens, tot een kwalitatief andere maatschappij. Deze visie maakt dus een beter begrip mogelijk van datgene, waarom het in onze tijd eigenlijk te doen is.”
Bronnen
“Tenslotte,” en nu verheldert hij een taalprobleem, “verduistert de term ontwikkeling enigszins de theologische problematiek, die in het aldus aangeduide proces meespeelt. De term bevrijding daarentegen brengt ons gemakkelijker bij de bijbelse bronnen, die de tegenwoordigheid en het handelen van de mens in de geschiedenis inspireren. Christus de Heiland bevrijdt de mens van de zonde, de uiteindelijk wortel van alle verbreking van vriendschap, van alle ongerechtigheid en verdrukking, en maakt hem werkelijk vrij, dat wil zeggen. Hij doet hem leven in gemeenschap met Hemzelf, de grondslag van alle menselijke broederschap.
Oorzaken
“Bevrijdingstheologie is bevrijding van die theologie,” zo betoogt dr. Theo Witvliet, “die in haar vermeende algemene geldigheid voorbijgaat aan de diversiteit van situaties en menselijke noden, aan maatschappelijke spanningen en conflicten en aan de oorzaken van armoede en misère.” Witvliet schrijft dit in het boek ‘Een plaats onder de zon’[ii] dat in 1984 verscheen. “Zij ontluistert het oude verbond van deze pseudo-universaliteit met de heersende culturen, sociale klassen en rassen”. Witvliet maakt duidelijk dat de theologie van de bevrijding ruimte schept voor die geloofservaringen en geloofsreflecties, die door de dominante tradities van theologie en leergezag zijn buitengesloten.”
Articulatie
Wat Witvliet hier wilde duidelijk maken is het denken over vrijheid en bevrijding niet zo maar een nieuwe vorm van politiek denken was, maar een denken vanuit de context van armen en verdrukte mensen, die nooit de kans hebben gehad om hun verhalen binnen de tradities te laten horen. En dat is merkwaardig, want in tal van verhalen uit het Oude en Nieuwe Testament gaat het om de stem van de armen, maar binnen veel kerkelijke tradities werd die niet gehoord. Hun geloofsverhalen werden buitengesloten. Daar om is het zo belangrijk dat de woorden van de ‘minste mijner broeders’, zoals Jezus dat zei, opnieuw worden uitgesproken, opnieuw worden gezegd, opnieuw worden gearticuleerd.
Verzwegen
Witvliet nog eens daarover: “Elke vorm van bevrijdingstheologie is daarom ook altijd de articulatie van een weggedrukte en verzwegen geschiedenis en traditie: zwarte theologie in de Verenigde Staten gaat terug op de traditie van de zwarte ‘onzichtbare kerk’ uit de slaventijd waarover in ons kerkgeschiedenisboeken gewoonlijk wordt gezwegen, maar waarin een unieke geloofservaring, de ‘black experience’, is overgeleverd; Latijnsamerikaanse, Afrikaanse en Aziatische theologen zijn, ieder in de eigen context, op zoek naar bevrijdende momenten in de feesten en verhalen, de riten en gebruiken van de mensen met wie zij leven en strijden; feministische theologen op haar beurt trachten, hoe moeizaam dat ook dikwijls gaat bij gebrek aan bronnen, sporen te achterhalen van de religieuze ervaring van vrouwen in de geschiedenis.”
Samenstel
De bevrijdingstheologie heeft tot op de dag van vandaag geen hoge kijk- en luistercijfers. Dat heeft er mee te maken dat de stem van de meest kwetsbare mensen niet mainstream te krijgen is als ze niet op muziek worden gezet door een swingende rapper. De theologie van Kerk en Universiteit hoefde zich niet te verantwoorden, want zij spraken toch de woorden van de Schepper zelf die zcih had geopenbaard. Dat gold niet voor de woorden van de zwarte mens in de sloppenwijken van Soweto. Laten we eens kijken naar de spiritualiteit van Soweto, waaraan Nelson Mandela zijn kracht ontleende. In de woorden van Mokgethi Motlhabi: “‘Zwarte theologie is dat aspect van zwart bewustzijn, dat probeert God en de scala godsdienstige waarden in verbinding te brengen met de zwarte mens in zijn Zuidafrikaanse situatie. Zwart zijn in ons land betekent allereerst slachtoffer van apartheid zijn en het object van kolonisatie, ontzegging van het eigen erfdeel, en uitbuiting. In godsdienstige kringen betekent het ook heidens, barbaars en bijna verdoemd; en dat alles omdat iemands huidskleur niet blank is.”
Huidskleur
“In de zwarte theologie geeft de term zwart slechts in de tweede plaats de huidskleur aan,” zo betoogt Mokgethi Motlhabi, “die de blanke volksmond in Zuid-Afrika ‘niet-blank’ wenst te noemen. Hij geeft alle onderdrukte volken in ons land aan, afgezien van de huidskleur (die natuurlijk niet blank kan zijn), de nationaliteit of het geloof. Zo omvat hij alle Afrikaanse inwoners, de Indiërs en de zogenaamde kleurlingen. Zwarte theologie wil God als de schepper en bevrijder van de mens in verbinding brengen met al deze mensen in hun totale situatie, niet alleen godsdienstig, maar ook sociaal, politiek en economisch. Gods voedend woord doordringt het gehele menselijk leven en bestaan door het feit, dat de mens geschapen is naar Gods beeld… In de zwarte theologie wordt de mens als een kompleet geheel beschouwd, een samenstel van geest-lichaam-ziel in een complete situatie en geconfronteerd met die situatie.”
Onschuld
“Het heeft de zwarten veel tijd gekost om hun onschuld kwijt te raken en te beseffen,” zo schrijft Allan Boesak in zijn boek ‘Afscheid van de onschuld’[iii] , “waartegen ze zich eigenlijk keerden. Door de hele geschiedenis heen (enkele opmerkelijke uitzonderingen daargelaten) is te zien dat als de pogingen van zwarten om bevrijding te bereiken gedwarsboomd of gefrustreerd werden, ontkend of gewelddadig tot staan gebracht, deze pogingen gevolgd werden, ontkend of gewelddadig tot staan gebracht, deze pogingen gevolgd werden door een periode van diepe verwondering.”
Strategie
“Op een of andere manier leek het wel’, zo betoogt Boesak, “alsof het voor zwarten moeilijk te begrijpen was hoe blanken dat zwarten aangedaan konden hebben. De zwarten dachten, dat de blanken het misschien verkeerd begrepen hadden of dat ze een verkeerde methode gebruikten. Daarop veranderden ze dan hun strategie. Ze deden onderdanig of ze stichtten brand en plunderden – alle twee uit louter frustratie. We kunnen nu echter zien, dat het falen van zwarten in veel gevallen toegeschreven moet worden aan het feit dat ze een foute analyse hadden.”
Onvolkomenheid
“Niet alleen omdat ze de situatie verkeerd schatten,” zo continueert Boesak zijn betoog, “maar ook omdat ze in plaats van de situatie de blanke mens analyseerden. Op zichzelf is dat niet verkeerd, maar het is zeker niet voldoende. In plaats van af te gaan op een realistische schatting van de situatie hebben de zwarten maar al te vaak de oorzaak van hun falen om vrijheid te bereiken gezocht in een speciaal soort algemene morele onvolkomenheid van de blanken. Blanken houden hun beloften niet, werd dan gezegd; of: ze zijn “van nature” egoïstisch en ze kunnen er niets aan doen, dat ze slecht zijn. Op z’n best worden blanken dan beschouwd als “slecht”, op z’n slechtst als de “duivel”. Albert Cleage heeft zeker gelijk, als hij zegt, dat de blanken niet “van nature” slechter zijn dan anderen. Het zijn gewoon mensen, die om welbekende redenen hun macht misbruiken.”
Onderworpenheid
“Om macht als macht over anderen te laten werken,” zo meent Allan Boesak, “moet er een soort fundament zijn van onderworpenheid aan de machthebber. Deze onderworpenheid vooronderstelt op zijn beurt een zekere vervreemding zowel ten opzichte van zichzelf als van anderen. Met andere woorden, op een of andere manier moet men accepteren, dat de ander er recht op heeft mensen aan zich te onderwerpen. Als in de plaats van deze vervreemding identificatie met zichzelf komt, met zelfrespect en zelfbevestiging, is het niet langer meer automatisch acceptabel, dat de ideeën van anderen meer waard zijn dan de eigen ideeën, en evenmin dat de kloof tussen het zijn en het zou moeten zijn met betrekking tot het eigen leven “natuurlijk” is of bevredigend.
Waardigheid
Boesak gaat te rade bij Paul Tillich. “Paul Tillich heeft het over een ander soort macht, die hij ‘de moed om te zijn’ noemde. “De macht of de moed om te zijn is de basisbehoefte om het eigen bestaan te bevestigen. Het komt voort uit het gevoel en de zekerheid van de eigen waardigheid. Waardigheid betekent waardig zijn, en is een gevoel van intrinsieke waarde, “essentieel voor ieder geestelijk gezond mens”. De zekerheid van deze waardigheid geeft de moed “om te zijn”, om zichzelf te bevestigen. Zelfbevestiging is niet identiek, maar toch nauw verbonden met bewustzijn – weten tot wat je in staat bent, bewust de weerstand overwinnen die gericht is tegen de bevestiging van eigen waarde. En in de situaties, waar die weerstand overwonnen wordt, wordt macht tot stand gebracht.”
Creativiteit
De macht om te zijn wordt volgens Boesak duidelijk in de strijd tegen wat Tillich het niet-zijn genoemd heeft. “Tillich ziet het niet-zijn als alle aspecten, die originaliteit vernietigen of ontkennen: vijandigheid die de moed doet ineenschrompelen, de vrijgevigheid en het vermogen om de ander te begrijpen. “Niet-zijn betekent ook vernietiging en tenslotte de dood. De bedoeling is daarbij de uitingen van niet-zijn niet over het hoofd te zien, maar direct de confrontatie ermee aan te gaan, die als uitdaging te accepteren, proberen hen te absorberen – al deze activiteiten verminderen hun destructieve macht. Uit deze strijd komt creativiteit voort. En creatief zijn is mens zijn, deel krijgen aan Gods scheppingsmacht.”
Machtstructuur
“Tegen het einde van hun leven ging zowel Martin Luther King als Malcolm X inzien, hoe de blanke machtsstructuur werkelijk in elkaar zat en ten gevolge daarvan veranderde hun analyse en interpretatie van de zwarte situatie en werd deze direct effectiever,” zo laat Allan Boesak zien. “Ze gingen inzien, dat de vraag niet zozeer is, hoe je een middeltje vindt tegen en vage morele kwaal van de blanken; het is eenvoudig de vraag, hoe je het best met de blanke machtsstructuur omgaat. Dit besef stelde hen in staat om door te dringen tot de kern van het probleem, maar het was ook de directe oorzaak voor hun gewelddadige, vroegtijdige dood.”
Blijdschap
“Dit is een vrij nieuwe ervaring voor zwarten,” zo schrijft Boesak in zijn dissertatie. “Na de opgetogenheid en de blijdschap, de hoop en de vermoeidheid, de pijn en de dood, blijft de blanke machtsstructuur in Amerika in wezen overeind. Na jaren geweldloze strijd en oproepen tot het christelijk geweten, na de gevangenschap of het huisarrest van talloze leiders, waarvan sommigen in ballingschap leven en anderen dood zijn, is Zuid-Afrika nog steeds blank Zuid-Afrika; blanke macht leidt het land nog steeds onvermijdelijk langs de weg van geweld en vernietiging. Voor zwarten biedt de “blanke machtsstructuur” een goed voorbeeld van machtsmisbruik.”
Demonisch
“De zwarten moeten beseffen, dat de strijd gevoerd moet worden tegen een demonische machtsstructuur. De machteloosheid van de machtigen zal uiteindelijk duidelijk zichtbaar worden in hun eigen ondergang. Intussen is die macht werkelijkheid, komt tot uiting in onrecht en onwaarheid, en maakt slachtoffers onder hen die gerechtigheid zoeken. Het is de taak van de machtelozen om een macht op te bouwen, die gebaseerd is op gerechtigheid om tegen de macht van de ondrukker in te gaan.”
Ontkenning
Boesak citeert vervolgens de Nederlandse theoloog dr. A.J. Rasker die naar zijns inziens hierover goede dingen heeft gezegd. “Onze westerse politiek heeft het karakter van een ontkenning van de armen. We voelen ons door hen bedreigd, omdat hun legitieme verlangens ons systeem in gevaar brengen, onze manier van leven, onze egoïstische welvaartsstructuur. Daarom wordt iedere aspiratie om tot verandering van de bestaande orde te komen als communisme gebrandmerkt; daarom wordt wat voor de armen een bruggenhoofd naar echte vrijheid is, door ons en onze bondgenoten geblokkeerd als een gevaarlijk monster…, of onderdrukt door preventieve contrarevoluties…, of eenvoudig uitgeroeid met mateloos geweld. We bedreigen hun vorm van vrijheid, omdat zij onze vorm van vrijheid bedreigen. En op het ogenblik zijn zij nog steeds de machtelozen en wij de machtigen – zolang het duurt. Maar op de lange duur zal dit geweld (van ons) machteloos worden, omdat het doel, dat we zeggen te willen bereiken: gerechtigheid, vrijheid, vrede, niet met deze middelen bereikt kan worden.”
Ontmaskeren
“Dit alles wordt duidelijk,” zo concludeert Boesak, “in de macht van de machtelozen, die omwille van bevrijding en gerechtigheid in hun strijd de werkelijke aard van de machtsstructuur ontmaskeren. Ze ontmaskeren ook de machteloosheid van de machtigen door het vervreemde mens-zijn bloot te leggen, het misvormde mens-zijn van de onderdrukker. De strijd van de onderdrukten onthult een innerlijke autoriteit, die echte macht is, omdat die geboren wordt uit hun verlangen naar gerechtigheid, bevrijding en de heelheid van het leven.”
Herinnering
Tot slot een persoonlijke samenvatting van de weg de bevrijding:
“We hebben gehoord dat leven duisternis is. Maar dan hebben we het over de herinnering van de vermoeiden, want de weg van het Licht bevrijd ons van onze vermoeidheid.
We hebben gehoord dat het leven een last is, maar dan hebben we het over het herdenken van de gebukten, want de weg van het Hart bevrijdt ons van onze zielenkramp.
We hebben gehoord dat het leven lijden is, maar dat is het herdenken van de gespletenen, want de weg van de Liefde bevrijdt ons van de dualiteit.
We hebben gehoord dat het leven dood is, maar dan hebben we het over het perspectief van de niet-levenden, want de weg van het Leven bevrijdt ons van onmacht.”
[i] Gustavo Gutierrez, Theologie van de bevrijding, 1974, Uitg. Ten Have, Baarn, ISBN 90 259 4037 4
[ii] Theo Witvliet, Een plaats onder de zon, bevrijdingstheologie in de derde wereld, 1984, Uitg. Ten Have, Baarn, ISBN 90 259 5131 7
[iii] Dr. Allan Boesak, Een sociaal-etische studie over zwarte theologie en zwarte macht, 1977, Uitg. Kok, Kampen, ISBN 90 242 1123 9